Areaal biologische landbouw

Laatste update: 16 september 2024 Update frequentie: Jaarlijks

In 2023 is het areaal met bijna 7.000 ha toegenomen tot 81.500 ha ten opzichte van het jaar daarvoor

In 2023 is het areaal met bijna 7.000 ha toegenomen tot 81.500 ha ten opzichte van het jaar daarvoor. Het biologisch areaal is in 2023 in de melkveehouderij het grootst met bijna 39.000 ha. Het aandeel van biologische productie qua landgebruik stijgt sinds 2015 jaarlijks met gemiddeld 4.300 ha. Het areaal biologische cultuurgrond is in 2023 het grootst in Flevoland, met 12.750 ha. Op de tweede plaats komt Friesland, met bijna 11.000 ha.

Historie

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De oppervlakte van biologische gewassen stijgt sinds 2015 jaarlijks met gemiddeld 4.300 ha. In 2023 wordt 81.500 ha van de cultuurgrond biologisch beheerd.

Areaal

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het biologisch areaal is het grootst bij grasland en voedergewassen, met bijna 61.000 ha in 2023. Op enige afstand volgt het areaal met akkerbouwgewassen, met ruim 17.000 ha.

Bedrijfstype

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het biologisch areaal is in 2023 in de melkveehouderij het grootst, met bijna 39.000 ha.

Provincie

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het areaal biologische cultuurgrond is in 2023 het grootst in Flevoland, met 12.750 ha. Op de tweede plaats komt Friesland, met bijna 11.000 ha.

Over deze indicatoren

Deze indicator toont het totaal areaal biologisch geteelde gewassen in Nederland. Dit areaal wordt weergegeven naar 4 groepen van gewassen, naar bedrijfstype en naar provincie met een kaartje. Het areaal wordt uitgedrukt in hectare cultuurgrond. Deze informatie is gebaseerd op gegevens uit de CBS-Landbouwtelling.


Het gaat daarbij om bedrijven met standaardopbrengsten (SO) van minimaal € 3000. De SO van de bedrijven wordt normatief berekend aan de hand van de opgegeven aantallen dieren (peildatum 1 april) en de gewasoppervlakten (peildatum 15 mei). De afbakening van de bedrijven in de Landbouwtelling is in de loop der jaren een aantal keer gewijzigd. Een grote verandering vond plaats in 2016. Vanaf toen zijn alleen nog bedrijven meegenomen die in het handelsregister staan ingeschreven met een agrarische activiteit (SBI). In de Landbouwtelling zijn ook bedrijven opgenomen die niet hebben gereageerd op het verzoek om de Gecombineerde Opgave in te vullen. De gegevens van die bedrijven zijn door het CBS geschat.